Start hier: Multifactoriële valpreventie aanpak


De multifactoriële valpreventie aanpak die wordt aanbevolen, bestaat uit vier stappen:

  1. Screening: Nagaan van het valrisico.
  2. Evaluatie: Een multifactoriële evaluatie van alle valrisicofactoren.
  3. Behandeling/interventie: Het koppelen van effectieve behandelingen en interventies aan de geïdentificeerde valrisicofactoren.
  4. Motivatie en opvolging: Het organiseren van goed multidisciplinair overleg, het motiveren van oudere personen en een nauwgezette opvolging van hun situatie.

1. Screen op verhoogd valrisico

In het kader van valpreventie wordt onder ‘screening’ het volgende verstaan: ‘Het identificeren van oudere personen met een verhoogd valrisico’. Dit met als doel een inschatting te kunnen maken van wie er in de toekomst wel of niet zal vallen.

  • Het valrisico nagaan, begint met het bevragen van de woonplaats. Oudere personen die in een woonzorgcentrum verblijven, hebben door hun verhoogde kwetsbaarheid steeds een verhoogd valrisico.
  • Daarna wordt de valgeschiedenis bevraagd, aangezien één of meerdere valincidenten in de afgelopen 6 à 12 maanden wijst op een verhoogd risico op toekomstige vallen. Indien dit het geval is, neem je een korte valanamnese af (Hoe vaak gevallen? Wanneer? Waar? In welke omstandigehden gevallen? Letsels opgelopen?…) om een duidelijk beeld te krijgen van eerdere valincidenten. Op basis van deze informatie kunnen verdere evaluaties en interventies worden ingezet om nieuwe valincidenten te voorkomen.
  • Gang – of evenwichtsproblemen zorgen voor een verhoogd valrisico. Meer informatie hierover vind je in de kennisclip.
  • Bezorgdheid om te vallen zorgt voor een verhoogd valrisico. Meer informatie hierover vind je in de kennisclip.

2. Evalueer valrisicofactoren

Er zijn heel wat valrisicofactoren die aan de basis van een valincident kunnen liggen. In samenwerking met de andere zorgverleners kan je bepalen hoe en wie welke valrisicofactoren zal evalueren. Specifiek voor iedere valrisicofactor zijn er heel wat evaluatie-instrumenten voorhanden. Je ontdekt deze in de desbetreffende kennisclip. Vaak zijn er meerdere valrisicofactoren aanwezig.

3. Behandel valrisicofactoren

Na de grondige evaluatie van alle valrisicofactoren, kan je samen een individueel plan van aanpak opstellen. Dit gebeurt op maat en in samenwerking met de oudere persoon. Jullie bepalen samen de prioriteiten. Voor iedere valrisicofactor zijn er specifieke interventies van belang. Je ontdekt deze in de desbetreffende kennisclip.

4. Motiveer 65-plusser en volg op

De laatste stap staat in teken van motivatie en opvolging. Is de oudere persoon gemotiveerd om zijn gedrag en/of omgeving aan te passen? Vervalt hij/zij snel in zijn oude gewoontes? Probeer te achterhalen wat de oudere persoon kan helpen bij deze veranderingen. Blijf ook telkens opvolgen hoe de oudere persoon zich voelt bij de gekozen aanpak. Je ontdekt deze stap op het einde van elke kennisclip. Om ervoor te zorgen dat de oudere persoon zich aan het plan houdt, is het belangrijk om duidelijk af te spreken wat haalbaar is qua duur, intensiteit en frequentie. De oudere persoon krijgt zowel mondelinge als schriftelijke informatie over welke stappen hij of zij kan nemen, hoe hij/zij gemotiveerd kan blijven, hoe hij/zij valincidenten kan voorkomen en de voordelen van het verkleinen van het valrisico, zowel fysiek als psychologisch.


keyboard_arrow_up

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

{{ popup_title }}

{{ popup_close_text }}

x