27 oktober 2021
CEBAM validatie ergotherapeutische richtlijn valpreventie – Leen Bouckaert & Leen De Coninck
Waarover gaat de richtlijn?
De richtlijn gaat over de ergotherapeutische aanpak van valproblematiek bij thuiswonende oudere personen met een verhoogd valrisico. Er wordt voornamelijk ingegaan op de valrisicofactoren omgeving en valangst. Daarnaast komt therapietrouw en de aanpak van valpreventie op populatieniveau aan bod.
De klinische richtlijn is bruikbaar voor ergotherapeuten die werken met thuiswonende oudere personen en dit vanuit verschillende settings van de gezondheids- en welzijnszorg, zoals thuiszorg, lokaal dienstencentrum, dienst maatschappelijk werk van de mutualiteit, dienst geriatrie, revalidatiecentrum, dagbehandelingscentrum (dagkliniek) en dag-verzorgingscentrum. De aanbevelingen, exclusief deze over woningaanpassing, zijn ook bruikbaar voor ergotherapeuten werkzaam in woonzorgcentra en psychiatrische verzorgingstehuizen. Hoewel de richtlijn geschreven is voor ergotherapeuten, zijn meerdere aanbevelingen ook interessant voor andere zorgverleners, denk bijvoorbeeld aan therapietrouw.
We vinden het belangrijk dat ergotherapeuten evidence based werken en willen met de adaptatie van de Royal College of Occupational Therapists richtlijn (RCOT-richtlijn), die de bronrichtlijn is waarop we ons baseerden, ergotherapeuten handvaten geven om nog meer evidence based werk te leveren.
Wat is de aanvulling op de richtlijn van het EVV?
De ergotherapeutische richtlijn is complementair aan de multidisciplinaire richtlijn van het Expertisecentrum Val- en fractuurpreventie Vlaanderen (EVV), in die zin dat de aspecten woningaanpassing, valangst en therapietrouw en management van valpreventie in onze monodisciplinaire richtlijn diepgaander worden uitgewerkt vanuit ergotherapeutisch standpunt. In de richtlijn staan niet alleen aanbevelingen, maar ook adviezen en tools om de aanbevelingen te implementeren in hun praktijk.
Valpreventie is een problematiek die multidisciplinair dient aangepakt te worden. Voor de algemene risicofactoren, multidisciplinaire aanpak en samenwerking bij valpreventie verwijzen we dan ook naar de multidisciplinaire richtlijn van het EVV. Op deze -weliswaar belangrijke- aspecten van valpreventie wordt in de ergotherapeutische richtlijn niet opnieuw ingegaan. We adviseren ergotherapeuten dan ook om beide richtlijnen te raadplegen.
Welke disciplines hebben hieraan meegewerkt?
Een multidisciplinair team van zorgverleners was betrokken bij de richtlijnadaptatie. Studenten ergotherapie van de opleiding Master in de Ergotherapeutische Wetenschap aan de KU Leuven ontwikkelden een preliminaire versie van de richtlijn. Deze eerste versie werd bijgestuurd door hun supervisor, die zowel methodologisch, als inhoudelijk expert is. Methodologisch experten en professionals uit het werkveld, waaronder afgevaardigden van het EVV, verpleegkundigen, een kinesitherapeut, huisarts en geriater, reviewden de prefinale versie. (voor namen zie auteursgroep). De Werkgroep Ontwikkeling Richtlijnen Eerstelijnszorg (WOREL) leverde als superviserend orgaan een bijzondere bijdrage tot het kwaliteitsvol afleveren van deze richtlijn, zodat onze richtlijn ter validatie kon worden voorgelegd bij het nationaal validatie-orgaan CEBAM. Afgelopen zomer kregen we de erg begeerde CEBAM-validatiestempel.
Waarom is valpreventie belangrijk voor ergotherapeuten?
Ergotherapeuten beogen om cliënten maximaal te laten participeren in hun dagelijkse activiteiten. Vanuit een cliënt-gericht perspectief stellen ze samen met hun cliënt doelen voorop zodat betekenisvolle activiteiten terug kunnen of blijvend kunnen uitgevoerd worden. Bij kwetsbare thuiswonende oudere personen is een vaak voorkomend doel het zo lang mogelijk zelfstandig en veilig thuis kunnen blijven wonen. Oudere personen willen zich vaak nog zelfstandig verplaatsen in en rond hun huis, zich veilig voelen als ze een bad of douche nemen of de trap nemen. Door aan valpreventie te doen als ergotherapeut kunnen we de cliënt ondersteunen in het zo lang mogelijk zelfstandig en veilig thuis blijven wonen.
Maar ook op meso-en macroniveau is het voor ergotherapeuten van belang om valpreventie te integreren in hun werk bij thuiswonende fragiele oudere personen. Op mesoniveau kunnen ergotherapeuten vanuit hun werking in verschillende settings een belangrijke meerwaarde betekenen in het interprofessionele team die werkt rond valpreventie bij de oudere thuiswonende persoon. Ergotherapeuten kunnen hun expertise inzetten op onder andere de risicofactoren valangst en omgevingsrisico’s. Op macroniveau dragen ergotherapeuten bij aan het reduceren van gezondheidskosten (door bv. daling in aantal doktersbezoeken) en een daling van het aantal opnames in een woonzorgcentrum.
Dank je wel voor jullie interesse in ons werk!
Lees de volledige richtlijn hier door de taal van de website op Nederlands te zetten.